Inleiding
Financiering heeft betrekking op het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer eenvoudig gezegd zorgt de financieringsfunctie er in de kern voor dat de gemeente Helmond voldoende geld op de bank heeft om haar uitgaven te betalen. Voor een groot deel staan tegenover die uitgaven inkomende geldstromen (bijvoorbeeld heffingen, bijdragen van het Rijk et cetera). De financieringsfunctie richt zich dan vooral op het goed op elkaar afstemmen van die geldstromen zodat zo min mogelijk tijdelijke externe financiering nodig is.
De uitvoering van de financieringsfunctie vindt plaats binnen de kaders die zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden, afgekort de Wet FiDO. In deze wet zijn regels opgenomen voor de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie bij de decentrale overheden. Op basis van deze regelgeving heeft de gemeente Helmond, evenals alle gemeenten, twee belangrijke instrumenten op het gebied van treasury. Deze instrumenten zijn het Treasurystatuut waarin de verantwoordelijkheden en spelregels zijn opgenomen en een financieringsparagraaf die jaarlijks wordt aangeboden bij de begroting en de jaarrekening. In deze financieringsparagraaf komen volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en de financiële verordening van de gemeente Helmond de volgende onderwerpen aan de orde:
- De rentevisie;
- Risicobeheersing;
- De liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende vier jaar incl. de kortlopende (looptijd tot 1 jaar) en langlopende financiering (looptijd langer dan 1 jaar);
- Inzicht in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze waarop de rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden;
- Overige ontwikkelingen.
Selecteer een alinea
Financiering
Rentevisie
Bij het nemen van beslissingen in het kader van het aantrekken van financieringen c.a. is het natuurlijk van groot belang dat we de actuele marktontwikkelingen op zowel de geld- als kapitaalmarkt nauw volgen. We laten ons daarbij in het algemeen leiden door de rentevisies van een aantal (grotere) financiële instellingen.
Op basis van deze visies kan in het algemeen het volgende hierover worden opgemerkt. De verwachting is dat de wereldeconomie in 2017 sterker zal groeien dan dit jaar, nl. met ongeveer 3,5%. De Europese Centrale Bank zal een ruim monetair beleid blijven voeren. De centrale bank koopt tot maart 2017 maandelijks voor een bedrag van € 80 miljard aan staatsleningen en andere effecten. Het ruime monetaire beleid ondersteunt de economische groei in het eurogebied. De lange rentetarieven zullen mede onder invloed van een hogere inflatie naar verwachting wat gaan oplopen.
De korte rentetarieven blijven naar verwachting de komende periode onveranderd aan de lage kant.
Het beleid van de gemeente Helmond is erop gericht om de financieringsbehoefte zoveel mogelijk af te dekken met kortlopende schulden omdat de rente op de kortlopende schulden in het algemeen lager is dan de rente op de langlopende middelen. In de afgelopen periode was sprake van een negatieve rente op de kasgeldleningen. Hiervan hebben wij echter geen gebruik kunnen maken, doordat de gemeente Helmond momenteel over creditsaldi beschikt.
Op basis van de liquiditeitsprognose gaan we in 2017 wel weer kasgeldleningen aantrekken, waarbij de kasgeldlimiet van € 29 miljoen zo goed mogelijk zal worden benut.
Het mag duidelijk zijn dat ons beleid verder wordt bepaald door de marktontwikkelingen. Bij veranderde omstandigheden ( bijvoorbeeld sterke stijging van de geldmarkttarieven) zal het beleid daarop worden aangepast.
Financiering
Risicobeheersing
Onder het financiële risicoprofiel van de gemeente Helmond verstaan wij de volgende risico’s:
- Het renterisico;
- Het kredietrisico en garantstellingen.
Renterisico
Onder renterisico wordt verstaan de onzekerheid over de hoogte van toekomstige rente uitgaven en rente inkomsten. Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen, namelijk de kasgeldlimiet (renterisico kortlopende financiering) en de renterisiconorm (renterisico langlopende financiering).
Kasgeldlimiet (renterisico kortlopende financiering)
Voor korte financiering (looptijd tot 1 jaar) geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten. Dit risico wordt beperkt door een zogenoemde kasgeldlimiet op basis van de wet FiDO. Dit houdt in dat de omvang van de kortlopende schuld maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag zijn. Binnen de kasgeldlimiet wordt een deel van de financieringsbehoefte afgedekt uit kortlopende leningen (kasgeldleningen). Voor 2017 betekent dit een limietbedrag van afgerond € 29 miljoen. Gezien de historisch lage rente op kortlopende op kortlopende leningen (< 0%) zal de kasgeldlimiet zo goed mogelijk worden benut.
Renterisiconorm (renterisico langlopende financiering)
Om ongewenste financiële gevolgen van rentewijzigingen te beperken wordt jaarlijks een renterisiconorm aangegeven. De jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Het maximumpercentage moet voor de komende vier jaar worden berekend op basis van de begroting voor 2017. Het doel is dat op deze wijze gemeenten hun leningenportefeuille zo moeten spreiden, dat de te lopen renterisico’s gelijkmatig over de jaren worden verspreid.
In de afgelopen jaren is de gemeente Helmond ruimschoots onder de vastgestelde norm gebleven en uit onderstaand overzicht blijkt dat ook de komende begrotingsjaren de norm niet overschreden wordt.
Renterisiconorm | jaar | jaar | jaar | jaar |
---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
(bedragen x € 1 miljoen) | ||||
1. Renteherziening | 13,5 | 13,1 | 12,9 | 12,3 |
2. Aflossingen | 4,7 | 2,7 | 12,7 | 17,8 |
Totaal risico (1+2) | 18,2 | 15,8 | 25,6 | 30,1 |
Renterisiconorm | 67,7 | 67,7 | 67,7 | 67,7 |
Ruimte onder renterisiconorm | 49,5 | 51,9 | 42,1 | 37,6 |
Kredietrisico en garantstellingen
Het verloop van onze leningen- en garantieportefeuille is als volgt:
(bedragen x 1 miljoen) | stand | stand | raming |
---|---|---|---|
1-1-2015 | 1-1-2016 | 1-1-2017 | |
geldleningen: | |||
woningbouwcorporaties | 10,4 | 5,4 | 5,0 |
verpleeg/verzorgingshuizen | 21,6 | 4,9 | 2,5 |
overige | 23,4 | 18,0 | 17,8 |
totaal geldleningen | 55,4 | 28,3 | 25,3 |
gewaarborgde leningen netto risico bedrag * | 36,5 | 35,9 | 32,6 |
totaal geldleningen en gewaarborgd leningen | 91,9 | 64,2 | 57,9 |
* Dit betreft het netto risico-bedrag, dus excl. garanties die verstrekt zijn door bijv. een waarborgfonds. Geen rekening is gehouden met door de gemeente gestelde zekerheden alsmede de financiële positie van de betreffende instelling
In de afgelopen jaren is het volume van de verstrekte leningen flink afgenomen. Dit komt o.a. door vervroegde aflossing van geldleningen door Stichting Vitalis Residentiële Woonvormen, woningcorporaties en GemSuytkade.
Gezien de risico's die de gemeente loopt bij het verstrekken van leningen en borgstellingen aan derden, zijn we hier de laatste jaren erg terughoudend in. De verwachting is dat ook in de komende jaren slechts beperkt nieuwe leningen of borgstellingen zullen worden verstrekt.
Naast leningen en borgstellingen die we zelf verstrekt hebben, vervullen we ook een achtervangfunctie voor leningen die het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) verstrekt aan woningcorporaties. Voor de woningbouwcorporaties Woonpartners, Volksbelang, Compaen en Wocom is een gelimiteerde achtervangovereenkomst met het WSW gesloten.
Ook het bedrag van deze geldleningen loopt terug, zoals blijkt uit onderstaande tabel:
(bedragen x 1 miljoen) | stand | stand | raming |
---|---|---|---|
1-1-2015 | 1-1-2016 | 1-1-2017 | |
achtervang via W.S.W. | 512,1 | 505,8 | 487,0 |
Financiering
Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte
Een indicatie van de financieringsbehoefte van de gemeente is in onderstaande tabel weergegeven. Hierbij is reeds rekening gehouden met de uitvoering van alle investeringen zoals voorzien in het investeringsprogramma. De kortlopende financiering tot het maximale bedrag van de kasgeldlimiet van € 29 miljoen wordt volledig benut, waardoor de langlopende financieringsbehoefte vooralsnog € 60 miljoen bedraagt. Het geraamde rentepercentage wat verschuldigd is indien gebruik gemaakt wordt van de kortlopende financiering bedraagt 1% en bij de langlopende financiering is dat 2%. Beide percentages zijn inschattingen en zijn gebaseerd is op de huidige lage rentestand.
In hoeverre de berekende financieringsbehoefte feitelijk (op termijn) nodig is, is afhankelijk van de voortgang van de investeringen, grondverkopen, inzet van reserves etc.. Daarna lijkt de financieringsbehoefte zich voorlopig te stabiliseren.
(bedragen x € 1,0 miljoen) | ||||
Overzicht financieringsbehoefte | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Totale boekwaarde investeringen (incl. Grondbedrijf) | 470 | 443 | 438 | 427 |
Gefinancierd met: | ||||
Reserves en voorzieningen | 238 | 221 | 209 | 203 |
Opgenomen langlopende geldleningen e.d. | 143 | 139 | 136 | 123 |
Werkkapitaal / kortlopende geldleningen | 29 | 28 | 28 | 26 |
Totale financiering | 410 | 388 | 373 | 352 |
Verwachte financieringsbehoefte | 60 | 55 | 65 | 75 |
Financiering
Rentelasten en toerekening
De rentekosten die voortvloeien uit de financiering zijn conform de nieuwe BBV voorschriften in onderstaand renteschema opgenomen.
(bedragen x € 1.000) | ||
Schema rentetoerekening programmabegroting 2017 | ||
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 5.439 | |
b. De externe rentebaten | -/- | 1.251 |
Totaal door te rekenen rente | 4.188 | |
c1. Rente die aan de grondexploitatie wordt doorberekend | 2.986 | |
c2. Rente van projectfinanciering die aan taakvelden wordt doorberekend. | - | |
-/- | 2.986 | |
Saldo door te rekenen externe rente | 1.202 | |
d1. Rente over eigen vermogen | 6.424 | |
d2. Rente over voorzieningen (contante waarde) | 1.409 | |
De aan taakvelden (programma's incl. Overhead) toe te rekenen rente | 9.035 | |
e. Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -/- | 8.725 |
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury | 311 | |
Gehanteerde renteomslag | 3,25% | |
Prognose renteomslag | 3,37% |
Zoals ook opgenomen in de paragraaf grondbeleid, mag de rentetoerekening aan het grondbedrijf voortaan alleen naar de verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente toegerekend worden. Op basis van de huidige verhouding is dit 1,3% in plaats van de 3,25% die voorheen aan het grondbedrijf werd toegerekend.
De rentetoerekening over overige investeringen geschiedt op basis van het algemene renteomslag percentage van 3,25% aan de desbetreffende producten/taakvelden. Naar verwachting gaat dit leiden tot afronding van € 311.000 binnen de renteomslag. Een en ander past binnen de toegestane afronding van 0,25%.
Financiering
Overige ontwikkelingen
Uitzettingen
Financiering derden:
De herfinancieringslening van bijna € 2 miljoen die in 2015 verstrekt is aan de Stichting Vitalis Residentiële Woonvormen wordt in 2016 afgelost. Naar verwachting worden in 2016 geen nieuwe financieringen verstrekt. Ook voor 2017 worden in dit verband geen nieuwe transacties verwacht.
Borgstellingen
In 2016 is de gemeente aangesproken op een borgstellingsovereenkomst die voor meerdere jaren is afgesloten. Het maximale bedrag waarop jaarlijks een beroep gedaan kan worden bedraagt € 200.000. Zolang er geen wijzigingen optreden in de situatie waarvoor de borgstelling is verstrekt, zal deze borgstelling ook in 2017 worden aangesproken.
Garantieproduct ABN-AMRO
De gemeente ontvangt op basis van deze belegging een gegarandeerd beleggingsrendement van 4% samengesteld per jaar. Daarnaast is contractueel vastgelegd, dat jaarlijks vanaf 2011 t/m 2019 aan de gemeente een uitkering wordt gedaan van € 453.780. De stand per 30 juni 2016 van deze belegging is afgerond € 7,4 mln. De belegging loopt af per 1 september 2020.
APG-IS Rentefonds
Dit fonds heeft per 30 juni 2016 een marktwaarde van afgerond € 7,7 mln.
Relatiebeheer
Omdat het contract voor het huisbankierschap met de Rabobank per 1 juli 2016 is verlopen, hebben we een nieuwe aanbestedingsprocedure doorlopen. Dit heeft geresulteerd in de gunning van de opdracht aan de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).
Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF)
De wet HOF is ingegaan op 1 januari 2014 en in deze wet zijn de Europese afspraken ter beheersing van de Europese begrotingsdoelstellingen (zoals bijv. de ontwikkeling van het EMU-saldo en de EMU-schuld) opgenomen.
De rijksoverheid en de decentrale overheden zijn samen verantwoordelijk zijn voor het terugdringen van het begrotingstekort. Door deze gezamenlijke inspanningsplicht dragen zowel het Rijk als de decentrale overheden bij aan het realiseren en behouden van een houdbare budgettaire positie voor de Nederlandse overheid als geheel. Deze gelijkwaardige inspanningsplicht is vertaald naar een macronorm in EMU-saldo.
Om een beter inzicht in het EMU-saldo te krijgen is (cfm de nieuwe uitgangspunten van het BBV) in deze begroting ook een meerjarenraming van het EMU-saldo opgenomen. Voor de berekening hiervan wordt verwezen naar de bijlage.
Schatkistbankieren
De wet schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun overtollige liquide middelen en beleggingen aan te houden bij het ministerie van Financiën. Dit behoudens een drempelbedrag wat bepaald is op 0,75% van het begrotingstotaal. Voor Helmond is dit 2017 afgerond € 2,5 mln.
Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector. Dit verlaagt nl. de externe financieringsbehoefte van het Rijk, waardoor het Rijk minder hoeft te financieren op de markt, hetgeen zich weer vertaalt in een lagere staatsschuld. Daarnaast verwacht het Rijk een verdere vermindering van de beleggingsrisico’s waaraan decentrale overheden worden blootgesteld. De middelen die een decentrale overheid in de schatkist aanhoudt, blijven beschikbaar voor de uitoefening van de publieke taak.
De vervroegde aflossing van de geldleningen door de Stichting Vitalis Residentiële Woonvormen in 2015, heeft er ook in 2016 voor gezorgd dat we moesten gaan schatkistbankieren. Naar verwachting zullen de effecten van schatkistbankieren in 2017 verder beperkt zijn.
Deelnemingen
Als vast onderdeel van deze paragraaf wordt er een overzicht gegeven van de instanties waarbij sprake is van een vorm van deelname in het kapitaal van de betreffende instelling en al dan niet sprake van een dividenduitkering dan wel een andere vorm van een uitkering.
Deelnemingen | ||
Omschrijving | Nominaal bedrag historische uitgaven | Ontvangsten |
Automotive Facilities Brainport Holding NV: 1104 aandelen | 22.080 | 0 |
Brainport Development N.V. (voorheen NV Rede) 328 aandelen | 148.840 | 0 |
Enexis Holding NV 23.177 aandelen à € 1,- | 23.177 | 29.835 |
Essent Milieu Holding BV | 1 | 0 |
Publiek belang Electr. Prod. BV | 1 | 0 |
CBL Vennootschap BV | 3 | 0 |
Claim Staat Vennootschap BV | 3 | 0 |
Enexis BV | 3 | 0 |
Verkoop Vennootschap BV | 3 | 0 |
NV Bank Nederlandse Gemeenten 52.650 aandelen à € 2,50 | 131.625 | 78.449 |