Selecteer een alinea
Lokale heffingen
Uitgangspunten tarievenbeleid
Het inflatiecorrectiepercentage voor belastingtarieven bedraagt voor 2017 bedraagt 1,05%. Daar waar een afwijkend percentage van toepassing is wordt dit vermeld in de onderstaande tekst.
Daarnaast mogen de tarieven van rechten die vallen onder een wettelijke beperking (m.n. leges, rioolheffing en afvalstoffenheffing) maximaal kostendekkend zijn.
Lokale heffingen
Ontwikkeling woonlasten
Een belangrijk uitgangspunt is een gelijkblijvende lastendruk tijdens deze bestuursperiode. Wij houden vast aan het uitgangspunt uit het coalitieakkoord: de gemeentelijke lastendruk (OZB, riool- en afvalstoffenheffing) voor de inwoners gaat in zijn totaliteit – exclusief de inflatiecorrectie – in deze bestuursperiode niet omhoog. Voor het jaar 2017 wordt het hiervoor genoemde percentage voor de inflatiecorrectie, zijnde 1,05% toegepast.
De woonlasten kunnen worden bekeken vanuit het perspectief van de gebruiker van een woning (meestal de huurder), maar ook vanuit dat van de eigenaar van dat pand.
Belastingen die tot woonlasten voor gebruikers leiden (in €)
Jaar | Rioolheffing | Afvalstoffenheffing | Totaal | Verandering totaal t.o.v. voorgaand jaar |
---|---|---|---|---|
2010 | 226,32 | 230,28 | 456,60 | 3,01% |
2011 | 228,12 | 232,08 | 460,20 | 0,79% |
2012 | 231,96 | 232,08 | 464,04 | 0,83% |
2013 | 231,96 | 232,08 | 464,04 | 0,00% |
2014 | 237,12 | 212,40 | 449,52 | -3,13% |
2015 | 222,12 | 216,60 | 438,72 | -2,40% |
2016 | 225,96 | 220,44 | 446,40 | 1,75% |
2017 | 225,96 | 198,96 | 424,92 | -4,81% |
Als er sprake is van een woning waarvan de eigenaar ook gebruik maakt, betaalt deze ook Onroerend-zaakbelasting (OZB).
Voor het jaar 2017 wordt voorgesteld om de totale gemiddelde woonlasten ten opzichte van het voorgaande jaar te verhogen met het percentage van de inflatiecorrectie, hetgeen vastgesteld is op 1,05%. In de onderstaande tabel is de ontwikkeling in de jaren vanaf 2010 zichtbaar.
Hier is duidelijk te zien dat de meerjarige ontwikkeling gematigd is, waarbij de gemiddelde stijging beperkt blijft tot de inflatiecorrectie. Vanaf 2014 tot en met 2017 zijn de gemiddelde woonlasten met 5,5% gestegen, waar de stijging volgens de gehanteerde percentages voor inflatiecorrectie in totaal 7,2% zou zijn geweest.
Tabel: Belastingen die tot woonlasten voor eigenaren/gebruikers leiden (in €).
Jaar | OZB* | Rioolheffing | Afvalstoffen-heffing | Totaal | Verandering totaal t.o.v. voorgaand jaar |
---|---|---|---|---|---|
2010 | 235,00 | 226,32 | 230,28 | 691,60 | 2,72% |
2011 | 236,00 | 228,12 | 232,08 | 696,20 | 0,67% |
2012 | 240,50 | 231,96 | 232,08 | 704,54 | 1,20% |
2013 | 247,00 | 231,96 | 232,08 | 711,04 | 0,92% |
2014 | 253,00 | 237,12 | 212,40 | 702,52 | -1,20% |
2015 | 291,50 | 222,12 | 216,60 | 730,22 | 3,94% |
2016 | 296,00 | 225,96 | 220,44 | 742,40 | 1,67% |
2017 | 325,30 | 225,96 | 198,96 | 750,22 | 1,05% |
* Voor de bepaling van de OZB-lasten is uitgegaan van de gemiddelde waarde van een woning van
€ 235.000 in 2010, dalend naar € 197.000 voor het belastingjaar 2017
Lokale heffingen
Uitgangspunten tarieven
Onroerende zaakbelastingen
In de Voorjaarsnota 2016 is het uitgangspunt opgenomen om de woonlastendruk gemiddeld met niet meer te verhogen dan met het inflatiepercentage van 1,05%. Bij de tariefbepaling voor 2017 is daarom uitgegaan van een totaalopbrengst, gebaseerd op de OZB-opbrengsten over 2016 vermeerderd met de gevolgen van areaaluitbreidingen en inflatiecorrectie. Daarnaast worden de meevallers in verband met de daling van de Afvalstoffenheffing in de tarieven OZB verwerkt, op een zodanige wijze, dat de stijging woonlastendruk binnen de genoemde marge blijft.
De waardeontwikkeling van de onroerende zaken als gevolg van de jaarlijkse herwaardering wordt tenslotte gecompenseerd in de tarieven voor het jaar 2017, conform de afgesproken systematiek.
Voor de woningen is er sprake van een stijging van de gemiddelde waarde met 0,5%, wat wordt gecorrigeerd door de tariefstijging te beperken.
Bij de niet-woningen is sprake van een geringe daling van de WOZ-waarden van 0,4%. Net als bij de woningen wordt dit effect geneutraliseerd in de nieuwe tarieven voor 2017, terwijl ook sprake is van een verhoging met het inflatiepercentage van 1,05%.
Tenslotte geldt voor de gehele OZB, dat in de tarieven voortaan ook rekening wordt gehouden met een percentage oninbare vorderingen, hetgeen een stijging van het tarief met ongeveer 1% tot gevolg heeft. Hiermee sluit Helmond aan bij de meeste gemeenten die de oninbaarheid verdisconteerd heeft in de tarieven en hiermee wordt voorkomen dat er een latent structureel tekort in de begroting resteert.
Afvalstoffenheffing
Voor de afvalstoffenheffing geldt naast het beginsel van 100% kostendekking, het principe “de vervuiler betaalt”, hetgeen tot uiting komt in een tarief dat afhankelijk is van de grootte en het aantal van de afvalcontainer(s), waarvan men gebruik maakt.
Ten opzichte van het belastingjaar 2016 wordt het tarief voor deze heffing verlaagd tot € 198,96 op jaarbasis per perceel.
Deze daling wordt met name veroorzaakt door de nieuwe contracten voor de verwerking van restafval, in combinatie met hogere bijdragen, die ontvangen worden voor plastic, oud papier, e.d.
Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing | (bedragen x € 1.000) | |
---|---|---|
Kosten taakveld afval | 6.744 | |
Aanschaf (investering) afvalbakken | 373 | |
Overige inkomsten taakveld, excl. heffingen | -1.387 | |
Netto kosten product | 5.730 | 68% |
Toe te rekenen kosten: | ||
Kwijtschelding | 779 | 9% |
Handhaving stg. Stadswacht | 90 | 1% |
Heffing en invordering belastingen | 119 | 1% |
Toe te rekenen BTW | 1.343 | 16% |
Overhead | 294 | 4% |
Rente | 30 | 0% |
Totale kosten | 8.385 | 100% |
Opbrengst heffingen | 8.384 | 100% |
Rioolheffing
De rioolheffing is een bestemmingsheffing, waarmee de kosten die noodzakelijk zijn voor niet alleen een doelmatig werkende riolering, maar ook overige maatregelen ten aanzien van het beheer van hemelwater en grondwater kunnen worden verhaald. In het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2010-2015 is meerjarig tarievenbeleid vastgelegd. Dit GRP loopt nog 2 jaar, om qua looptijd aan te kunnen sluiten bij de omliggende Peelgemeenten.
Helmond kent twee categorieën tarieven, namelijk een basistarief dat behoort bij een waterverbruik van minder dan 1.200 m³ en een aantal (degressieve) tarieven gebaseerd op een waterverbruik van meer dan 1.200 m³. Aangezien de kosten een stabiel beeld laten zien is het niet noodzakelijk de tarieven te indexeren. Hiermee blijft Helmond op het maximaal toegestane niveau van 100% kostendekking.
Kostendekkendheid Rioolheffing | (bedragen x € 1.000) | |
---|---|---|
Kosten taakveld Riolering | 7.120 | 71% |
Toe te rekenen kosten: | ||
Kwijtschelding | 860 | 9% |
Reinigingskosten | 10 | 0% |
Heffing en invordering belastingen | 119 | 1% |
Toe te rekenen BTW | 1.054 | 11% |
Overhead | 374 | 4% |
Rente | 497 | 5% |
Totale kosten | 10.034 | 100% |
Opbrengst heffingen | 9.934 | 99% |
Hondenbelasting
Voor het houden van een hond binnen de gemeente wordt hondenbelasting geheven. Deze algemene belasting wordt ingezet voor de bestrijding van de gevolgen van hondenoverlast. Alleen de perceptiekosten van de heffing van hondenbelasting worden hierop in mindering gebracht. In de gemeente worden per 1 januari 2016 ruim 8.200 honden gehouden. Controle op het hondenbezit is sinds 2014 uitbesteed aan de Stichting Stadswacht Helmond.
Precariobelasting
Deze belasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond. Deze belasting geldt als algemeen dekkingsmiddel. Op grond van ervaringen van de laatste jaren is gebleken dat de precariobelasting tot wisselende opbrengsten kan leiden; de mate van gebruik van de openbare ruimte is moeilijk te voorspellen.
Via regelmatige controles wordt het gebruik van gemeentegrond gevolgd, waarna bij constatering van belastbare feiten een aanslag precariobelasting volgt.
Nieuw voor 2017 is, dat voor uitstallingen voortaan geen precariobelasting meer wordt geheven. Hiermee wordt een betere aansluiting tot stand gebracht tussen het beleid van deregulering, dat juist meer ruimte biedt voor uitstallingen en de extra belastingdruk, die hierdoor is ontstaan. Dit geldt overigens niet voor andere voorwerpen op gemeentegrond zoals terrassen, e.d.
Voor precariobelasting wordt een breed scala aan tarieven gehanteerd, dat te uitgebreid is om in de tarieventabel aan het einde van deze paragraaf op te nemen.
Toeristenbelasting
In 2017 gaat de gemeente Helmond voor de eerste keer aanslagen toeristenbelasting versturen.
Het betreft een belasting voor accommodaties die tegen betaling verblijfsmogelijkheden aanbieden aan (zakelijke) toeristen. Er gaat een tarief gelden van € 1,50 per persoon per nacht voor deze accommodaties. Er gelden vrijstellingen voor onder andere arbeidsmigranten, verblijf in zorginstellingen en scouting. De opbrengsten worden gebruikt voor de verdere versterking van de toeristische en recreatieve aantrekkingskracht van Helmond.
Marktgelden
Bij de tarieven marktgelden is voor 2017 gekozen voor de algemene inflatiecorrectie van 1,05%.
De promotiegelden worden uitsluitend nog voor de zaterdagmarkt opgelegd. Dit tarief is normaal geïndexeerd. Dit bedrag wordt door de gemeente geïncasseerd voor de marktreclamecommissie.
Nieuw is de werkwijze met geprivatiseerde markten, waarbij wel marktgelden in rekening worden gebracht, die vervolgens worden uitgekeerd aan de organisatoren van de betreffende markten, die ook de lasten ervan dragen. Het gaat daarbij uitsluitend om de woensdagmarkt (centrum) en de vrijdagmarkt (Brouwhuis en Brandevoort).
Ondernemersfonds: Reclamebelasting en opslag OZB niet-woningen
De tarieven Reclamebelasting worden jaarlijks aangepast bij het opstellen van de begroting voor het volgende jaar, waarbij wordt gekeken naar de kosten, verbonden aan het activiteitenprogramma van het centrummanagement respectievelijk de winkelboulevard Engelseweg, verhoogd met de perceptiekosten van de gemeente, die samenhangen met deze heffing. De tarieven voor het centrumgebied worden in 2017 verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,05%.
Met ingang van 2013 is een gemeentebreed Ondernemersfonds ingesteld, waaruit allerlei activiteiten ter bevordering van het ondernemersklimaat in de stad kunnen worden gefinancierd. Dit is een initiatief van de gezamenlijke ondernemersverenigingen, te weten de Stichting Centrummanagement, de Stichting Bedrijventerreinen en de FOH (de federatie van buurt- en wijkwinkelcentra), die het gemeentebestuur hier nadrukkelijk om gevraagd hebben. Het gaat hier om een opslag op de al bestaande Onroerende-Zaakbelasting, die alle niet-woningen over de gehele stad aangaat.
De extra OZB-inkomsten (ongeveer 8% van de totale OZB-inkomsten van niet-woningen) worden als subsidie verstrekt aan de Stichting Ondernemersfonds, die zorgt voor de verdeling van de gelden via zogenaamde trekkingsrechten over alle partijen.
Leges
Voor de Legesverordening moet het uitgangspunt van maximaal kostendekkende tarieven nauwlettend in de gaten worden gehouden. Overschrijding hiervan zou voor de gemeente tot onnodige risico’s leiden. Wel bestaat de mogelijkheid van kruissubsidiëring, waarbij een onderdekking op het ene product uit de legesverordening mag worden gecompenseerd met een surplus aan inkomsten op een ander product. Dit naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad van 13 februari 2015 hierover.
Van Rijkswege zijn de laatste jaren maximumtarieven voor een aantal producten ingevoerd, zoals reisdocumenten, rijbewijzen, en dergelijke. Deze maximumtarieven worden door de gemeente Helmond gevolgd. De tarieven voor de omgevingsvergunning worden niet wezenlijk aangepast, al zullen er enkele praktische wijzigingen noodzakelijk zijn. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar de legesverordening 2017 met bijbehorende tarieventabel.
(bedragen x € 1.000) | |||||||
Legesverordening | Lasten taakveld | Overhead | Totale lasten | Andere inkomsten | Leges | Totale baten | Kosten- |
Burgerlijke stand | 140 | 98 | 238 | 112 | 112 | 47% | |
BRP | 156 | 109 | 265 | 134 | 134 | 51% | |
Reisdocumenten | 997 | 696 | 1.693 | 677 | 677 | 40% | |
Rijbewijzen | 441 | 308 | 749 | 365 | 365 | 49% | |
Omgevingsvergunning | 1.263 | 1.075 | 2.338 | 36 | 2.080 | 2.116 | 91% |
Totaal | 2.997 | 2.286 | 5.283 | 36 | 3.368 | 3.404 | 64% |
Lokale heffingen
Overige belastingaangelegenheden
Uitvoering kwijtscheldingsbeleid
De gemeente is op grond van de Gemeentewet en Invorderingswet bevoegd kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. In Helmond zijn voor 2017 alleen de rioolheffing en afvalstoffenheffing in de kwijtschelding betrokken. Op landelijk niveau zijn er in de afgelopen periode ontwikkelingen geweest ten aanzien van uitbreiding van de beleidsvrijheid voor decentrale overheden voor wat betreft het verlenen van kwijtschelding.
Zo kent de Gemeente Helmond al jaren het beleid om de kosten van bestaan te stellen op maximaal 100% van de bijstandsnorm (de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 stelt de norm op 90% van de bijstandsnorm). Daarnaast is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om kwijtschelding aan kleine ondernemers te verlenen voor wat betreft gemeentelijke privé-belastingen (raadsbesluit 10 januari 2012).
De gemeente Helmond maakt maximaal gebruik van de geboden beleidsvrijheid.
Ongewijzigd is de mogelijkheid voor kwijtscheldingsgerechtigden om middels geautomatiseerde bestandsvergelijking kwijtschelding toegewezen te krijgen. De gemeente maakt sinds 2011 van deze mogelijkheid gebruik, wat zowel voor de burger als voor de gemeente onnodige administratieve lasten voorkomt, dan wel zoveel mogelijk beperkt. De gemeente toetst hierbij ambtshalve via het Inlichtingenbureau of belastingschuldige nog in aanmerking komt voor kwijtschelding.
Kostenonderbouwing kostendekkende producten
Voor de bepaling van de mate van kostendekkendheid van de totale legesverordening wordt gekeken naar samenhangende stelsels van diensten, die vallen onder de werkingssfeer van de Europese Dienstenrichtlijn. Deze onderdelen zijn geclusterd in Titel 3 van deze verordening.
Daarnaast is door een uitspraak van de Hoge Raad van 13 februari 2015 bepaald, dat kruissubsidiëring tussen de overige hoofdstukken en titels van de Legesverordening mogelijk is.
Feitelijk geldt dus de eis van kostendekkendheid voor de legestarieven binnen de totale legesverordening en voor ieder hoofdstuk van Titel 3 per onderdeel afzonderlijk.
Wel wordt de roep om transparantie in de vaststelling van de leges steeds groter. Hiervoor heeft de minister van BZK de gemeenten opgeroepen om inzicht te geven in de vaststelling van de tarieven van de diverse producten van de legesverordening.
Een heldere kostenonderbouwing, als onderdeel van deze paragraaf wordt vanuit het vernieuwde BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) nu al voorgeschreven, samen met kostenonderbouwingen voor overige producten die aan de beperking van maximaal 100% kostendekkendheid moeten voldoen.
Verruiming gemeentelijk belastinggebied
In juni 2015 presenteerde de Commissie Rinnooy kan haar rapport: “Bepalen betekent betalen”, met een advies van de Commissie over de Financiële ruimte voor gemeenten.
Hierin kwam naar voren, dat de gemeenten behoefte hebben aan een groter lokaal belastinggebied en daar gezien de toename van de taken en verantwoordelijkheden van de gemeenten ook recht op hebben. In het rapport worden ook concreet voorstellen gedaan hoe hieraan invulling gegeven kan worden, waarbij met name een ingezetenebelasting en de herinvoering van het gebruikersdeel OZB voor woningen eruit worden gelicht. Het zou daarbij gaan om een verschuiving van de lasten, niet om een belastingverhoging.
De voorstellen zouden onderdeel uit moeten maken van de herziening van het belastingstelsel, maar door de politieke ontwikkelingen is dat vooralsnog op de lange baan geschoven.
De discussie over de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied gaat echter verder. Onderdelen van dit belastingplan, zoals de afschaffing van precariobelasting op kabels en leidingen worden al naar voren gehaald en mogelijk al in 2017 ingevoerd.
Ontwikkelingen WOZ
Op het terrein van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) zijn er een aantal ontwikkelingen. Zo zal met de invoering van de Landelijke Voorziening WOZ, mogelijk nog in 2016, de WOZ-waarde openbaar worden. Achterliggende gedachte hierbij is, dat de overheid transparant wil zijn naar de burger toe en dit gegeven dus vrij wil geven. Aansluitend hierop heeft de gemeente Helmond al twee jaar een aantal wijken toegang gegeven tot de WOZ-gegevens via een voormelding met een prognose van de nieuwe WOZ-waarde. Hoe daar in 2017 verder mee om wordt gegaan wordt momenteel nader bekeken.
Verder worden vanaf het jaar 2016 de aanslagbiljetten / WOZ-beschikkingen digitaal ontsloten via Mijn Overheid. Hierdoor ontvangt een groot deel van de burgers op digitale weg zijn aanslagbiljetten in een beveiligde omgeving, waar deze ook opvraagbaar blijven. Op het moment dat er een nieuw aanslagbiljet wordt aangeboden zal de burger hiervan per e-mail in kennis worden gesteld.
Bij de versturing van de aanslagen Gemeentelijke Heffingen 2016 zijn ongeveer 10.000 van de 45.000 aanslagbiljetten op deze wijze verzonden.
Doordat met ingang van 1 oktober 2015 de WOZ-waarde in het kader van het nieuwe Woningwaarderingsstelsel mede bepalend geworden voor de vaststelling van de hoogte van de maximale huurprijzen hebben ook huurders van woningen voortaan een belang bij de WOZ-waarde. Daarom hebben ook gebruikers van woningen met ingang van 2016 op hun aanslag Gemeentelijke Heffingen voortaan een beschikkingsregel gekregen met daarop de nieuwe WOZ-waarde.
Lokale heffingen
Overzicht tarieven
In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de belangrijkste en meest voorkomende tarieven, waarmee burgers en bedrijven geconfronteerd worden.
| 2015 | 2016 | 2017 |
---|---|---|---|
Onroerende Zaakbelastingen | |||
- tarief eigenaren woningen | 0,1458% | 0,1492% | 0,1649% |
- tarief eigenaren niet-woningen | 0,2225% | 0,2208% | 0,2353% |
- tarief gebruikers niet-woningen | 0,1780% | 0,1766% | 0,1882% |
Afvalstoffenheffing | |||
- basistarief 2 x 140 lt | 216,60 | 220,44 | 198,96 |
- tarief 1 x 140 lt & 1 x 240 lt | 250,68 | 255,12 | 230,28 |
- tarief 2 x 240 lt | 284,76 | 289,80 | 261,60 |
- tarief extra bak van 140 lt | 47,76 | 48,60 | 43,80 |
- tarief extra bak van 240 lt | 81,84 | 83,28 | 75,12 |
Rioolheffing | |||
- basistarief per jaar | 222,12 | 225,96 | 225,96 |
Hondenbelasting | |||
- tarief 1e hond | 58,44 | 59,40 | 60,00 |
- tarief 2e hond en volgende | 116,88 | 118,80 | 120,00 |
- kenneltarief | 292,20 | 297,00 | 300,00 |
Marktgelden | |||
- Zaterdagmarkt (per m2 per kwartaal) | 9,20 | 9,40 | 9,50 |
Reclamebelasting (basis) | |||
- Centrumgebied per jaar | 422,40 | 429,60 | 434,40 |
- Engelseweg per jaar | 426,00 | 433,20 | 438,00 |
Leges (meest voorkomende producten) | |||
- Paspoorten jonger dan 18 jaar * | 51,20 | 51,20 | Volgt * |
- Paspoorten 18 jaar en ouder * | 67,10 | 64,40 | Volgt * |
- ID-kaarten jonger dan 18 jaar * | 28,40 | 28,40 | Volgt * |
- ID-kaarten 18 jaar en ouder * | 53,00 | 50,40 | Volgt * |
- Rijbewijzen * | 38,83 | 38,95 | Volgt * |
- Wabo / bouwactiviteiten (t/m € 500,000) | 35 ‰ | 35 ‰ | 35 ‰ |
- Wabo / bouwactiviteiten (> € 500,000) | 26,5 ‰ | 26,5 ‰ | 26,5 ‰ |
* De maximumtarieven voor de reisdocumenten en rijbewijzen worden nog door het Rijk vastgesteld.